Van baby af aan was Kleinzoon tuk op voorlezen. Maar zelf lezen – toen hij het kon – deed hij niet, onder andere door een aangetoonde dyslexie. Tot zijn én mijn plezier bleef ik voorlezen tot zijn tiende jaar. Ruim op tijd kondigde hij aan dat hij er daarna te groot voor was. Mijn tegenwerping dat ik zijn vader voorlas tot zeker zijn dertiende jaar maakte het alleen maar erger: dat was echt véél te oud. Het laatste boek dat Kleinzoon en ik lazen was ‘Thomas en de laatste draken’ van Cornelia Funke. Hierna heb ik hem geen boek meer uit eigen beweging zien aanraken, op ‘Het leven van een loser’ na. Alleen voor deze serie kon hij enthousiasme opbrengen. Begrijpelijk dus, dat mijn hart van voorleesoma een slag miste toen hij een jaar geleden – hij werd zestien – een dichtbundel van Tim Hofman vroeg.
De afgelopen week slaagde Kleinzoon met een 7 voor Nederlands. Voor een dyslect, een nietlezer en fervent iPhonegebruiker een prestatie. Daar wilde ik meer van weten. Kleinzoon vondhet best als ik hem een ‘interview’ afnam. Op mijn eerste vraag welke boeken hij had gelezen voor De Lijst somde hij op: Joe Speedboot (Tommy Wieringa) – Zuivering (Tom Lanoye) – Hetdiner (Herman Koch) – De man zonder ziekte (Arnon Grunberg) – Ik ga leven (Lale Gül) – De passievrucht (Karel Glastra van Loon) – De binocle (Louis Couperus) – Verborgen gebreken (Renate Dorrestein).
Ik was blij verrast, want dit zijn toch geen titels voor de gemakzuchtigen onder ons. Vol goede moed vroeg ik verder.
Ik: ‘En welke daarvan vond je het leukst of het mooist?’
K : ‘Het leukst ‘Zuivering’ van Tom Lanoye, omdat het om een heel andere wereld gaat en het een verhaal is wat je zelf niet zou overkomen, maar toch wel zou kunnen gebeuren. De protagonist werkt bijvoorbeeld voor een bedrijf dat stoffelijke resten opruimt; dit is een wereld waar je normaal niet veel van meekrijgt.’
Ik: ‘Wie van je vrienden is wél een echte lezer?’
K : ‘Niemand, die heb ik eigenlijk niet in mijn vriendengroepen.’
Ik: ‘Kun je zeggen waarom je niet van het voorgelezen worden – wat je altijd geweldig vond! – naar zelf lezen bent overgegaan?’
K : ‘Ik moest van school al lezen en het zelfstandig lezen was een stuk minder plezierig dan voorgelezen worden.’
Ik: ‘Ervaar jij het niet-lezen als een gemis?’
K : ‘Nee hoor. Inderdaad minder door boeken, maar juist via internet en de media krijg ik verhalen mee. Daarom denk ik niet dat niet-lezen een gemis is. Juist een nieuwe manier van opnemen.’
Ik: ‘Je vond de gedichten van Tim Hofman ‘heel leuk’ zei je toen je ze gelezen had. Je wilde z’n tweede bundel ook graag. Hoe zit het met poëzie bij jou?’
K : ‘Gedichten vind ik leuk. Gedichten zijn minder langdradig en zorgen toch voor evenveel gedachten als een lang stuk tekst.”
Een zin met diepgang! ‘Toch, zei ik, ‘vind ik dat er meer gelezen zou moeten worden, want het is droevig gesteld met vaardigheden als goede zinnen maken, inzicht, woordenschat en nog zowat.
‘Oma,’ zei hij, ‘er wordt heus wel gelezen hoor! Onder elke instapost staat een stukje tekst en onder elk filmpje op YouTube ook. Op social media wordt juist heel veel gelezen, alleen in meer
stukjes en niet een boek van A-Z. Bij elkaar zal er echt wel net zoveel gelezen worden als wanneer je een boek leest.’
Na dit vurige pleidooi om vooral geen boek te lezen, zat ik met m’n mond vol tanden. En besefte dat ik niet lijd aan een onderbeet of overbeet, maar aan digibeet, want was in hemelsnaam een
instapost? Juist, een bericht op Instagram. Geleerd van Kleinzoon.