Toen ik zwanger was van mijn eerste kind dacht ik op elke straathoek een zwangere vrouw te zien. Toeval? Toen mijn dochter als au-pair naar Engeland ging, hoorde ik de ene na de andere tiener ineens hetzelfde doen. Toeval? In deze gevallen gaat het om vreugdevolle dingen. Maar nu ik met verdriet te maken heb, overkomt me hetzelfde fenomeen. Bijvoorbeeld de blog van de Nieuw-Zeelandse Polly Greeks over de dood van haar schoonvader: “If death is a rite of passage – a transition between different states – how blessed he was to accept the journey’s calling amid heartfelt goodbyes. Ultimately, we might all die alone, but riding out on a wave of love surely propels someone in the right direction for whatever comes next.” Vervolgens gaat ze naadloos over op het ontspruiten van knoflookplantjes in haar zaaibed ‘as eloquently and exuberantly as anything else about transitions, passages, endings, beginnings, and a time for all things.’ Het greep me aan door het troostrijke dat eruit spreekt, de levenscycli die almaar doorgaan – al is het in een andere vorm van ‘zijn’ – het best op ‘een golf van liefde’.
Een paar dagen later stond er een interview van Sandra Donker met Bart Chabot in de weekendbijlage van Tubantia 18 juni. Wat me trof, was dat hij stelde dat al zijn overleden vrienden gewoon bij hem zijn: ‘In een 1+1=2 realiteit kan dat niet, maar daar hoef ik me niks aan gelegen te laten liggen. Het is mijn universum, in mijn universum zijn ze gewoon om mij heen. Dankbaarheid is het toverwoord.’ Zíjn dankbaarheid voor de met elkaar doorgebrachte jaren. Ik dacht hierover na en ontdekte dat ik zover nog niet was.
Toen bezocht ik het ‘Beelden aan Zee Museum’ in Scheveningen voor de expositie van Henry Moore. Ademloos stond ik bij het bronzen beeld Mother and Child van ijzersteen uit 1930: ‘Het kinderarmpje overbrugt de ruimte tussen beide figuren en vormt een herhaling van de arm van de moeder langs de rand’. Maar ook zijn Reclining Mother and Child ontroerde me, juist door de onderlinge afhankelijkheid én verbondenheid van vorm, massa en lege ruimte, de rode draad in Moore’s werk. Ik bleef maar kijken en ervoer de emotie diep vanbinnen.
In de VK van 18 juli kwam ik een artikel tegen over twee moeders die hun jonge kind verloren, beiden aan een ernstige ziekte. Een aangrijpend relaas. Het lijden waar de beide ouderparen mét hun kind doorheen moesten, was onbeschrijflijk. Tijdens het lezen werd hun pijn míjn pijn. Ze wilden het, maar actieve levensbeëindiging van wilsonbekwame kinderen, zelfs bij uitzichtloos lijden, was toen en nu niet mogelijk. Ze stelden de vraag: ‘Mogen we alsjeblieft iets doen voor onze dochter?’ Het antwoord was nee. Keuze genoeg om te bepalen hoe je je kind geboren wil laten worden, maar niet hoe je kind overlijdt. Het artikel eindigt met de vraag aan een van hen: ‘Is er troost?’ Zij antwoordt: ‘Er is tijd.’
Bij volwassenen is dat weer anders. In zijn boek ‘Leven toevoegen aan de dagen’ gaat longarts Sander de Hosson in op hoe een goed, menswaardig sterfbed eruit zou moeten zien. Dit uiteraard met medeneming van de rollen van artsen, zorgmedewerkers en naaste familie. Het is een eerlijk boek dat mij op een aantal punten verrassende inzichten gaf. Bijvoorbeeld dat een patiënt de wens te kennen kan geven om optimaal te blijven behandelen, terwijl het einde in zicht is: ‘Strijdend ten onder gaan, mag. Daar moet aandacht en respect voor zijn. Dat wil niet zeggen dat je er niet over kunt praten. Welk doel heeft diegene voor ogen?’
Vertrekken op een golf van liefde, dankbaarheid, verbondenheid, tijd, respect. Ik omklem de urn van mijn dochter stevig en herhaal hardop deze woorden.
Marian Claassen
30 juli 2023 @ 12:05
Prachtig verwoord hoe vrouwen (mensen ) hun verlies proberen te verwerken. Op zijn minst op een te dragen manier mee leren leven.
De biografische slotzin grijpt je naar de keel en geeft tegelijk troost
Bernique Touw
30 juli 2023 @ 16:52
Fijne reactie, Marian, ook die geeft troost.