een blad warrelt neer
ver van eeuwenoude stam
en spreekt van leven,
jaargetij en eindigheid,
tot in de nerf poëzie

een vlammende toorts,
zo staat daar de maple leaf
in de avondzon
het gammele hek
biedt krakend tegenstand in
gevecht met de wind
twee vlugge eekhoorns
snaaien walnoot voor walnoot
voor de ekster weg
om mij heen raken
eikels de droge aarde
als geweerschoten
kon ik gaan liggen
onder het getaande paars
van Yorkshire’s heide,
voelen het gewichtloos spel
van zonlicht en jaagwolken

vandaag voor ‘t eerst
op het zo vertrouwde pad
enkele eikels,
een geel blad, wat gemorst hooi,
lichte huiver aan de huid
het stemt tot weemoed
zwart kleuren de zonnebloemen
paars kruipt de heide
bleekgele besjes
graspluimen in sepia
lavendel, heide
zachte kleuren in mijn tuin
spinnenwebben verbinden
één kleurend blaadje
dwarrelt uit de berk omlaag
en treft nog zomer
onder de bomen
staan rijen paddenstoelen
bekleed met herfstblad

dauwdroppels vormen
flonkerende juwelen
op de sierkolen
zo snel als hij kan
eet de slak zich door het blad,
maar herfst haalt hem in
in alle hoeken
kantklossen de huisspinnen
ragfijne kleedjes
alleen in herfsttijd
weven spinnen bruidssluiers
bestemd voor elfen